Ga naar de inhoud

De steenuilen in de Alblasserwaard

Een pul, poserend voor de NVWA

Het sombere beeld wat we in het voorjaar schetsten, bleek het beeld te zijn voor heel Nederland. Veel meldingen van weinig eieren en jongen en veel mislukte nesten. En al was de winter mild te noemen, de regenval maakte het de muizen niet gemakkelijk in het ondergelopen landelijk gebied. Zeker April en Mei waren volgens het KNMI extreem nat, wat voor de prooidieren flink wat problemen in voorplanting moeten hebben oplevert. Op 11 juni zijn we begonnen de  broedgevallen te controleren en werden de eerste jongen geringd. Omdat we een week later zijn begonnen dan vorige jaar hadden we 2 nesten die al leeg en verlaten waren. We hebben het vermoeden dat deze jongen steenuilen al waren uitgevlogen. Bij een nest in Slingerland waren de 4 eieren die we hadden geteld wel uitgekomen maar één pul lag dood in de kast en een andere dood zonder hoofd onder de kast. Geheel mislukt waarschijnlijk met als mogelijke oorzaak het prederen door een boommarter.  Van een eigenaar van een kast in Wijngaarden kregen we op 9 juli een sms dat er een niet vliegensvlugge steenuil in de kast zat. En ook deze kreeg een ring omgeschoven. Een ander leuke waarneming was dat tijdens het controleren van de kerkuil-kasten waar we normaal in begin juni mee starten, Bert in Giessenburg vier jonge steenuilen aantrof. Daardoor kunnen we een nieuwe locatie van de steenuil bijschrijven. Natuurlijk werden deze pullen ook voorzien van een ringetje.
Kortom, we komen dus dit broedseizoen uit op de volgende resultaten:

Totaal aantal broedgevallen in de 40 kasten

10 Broedgevallen
15 pullen geringd + 1 ontsnapt
3 onbevruchte eieren
7 vermoedelijk al uitgevlogen
2 [of 4] gepredeerde pullen

De vier steenuilpullen uit een kerkuil-kast

Foto: Jan Trapman

Met spanning wachten we als Steenuilwerkgroep de laatste week van april af. In deze week gaan we op pad om onze nestkasten te controleren op de aanwezigheid van Steenuilen en of deze een broedpaar hebben gevormd. We inspecteren of onze inspanningen van afgelopen najaar en winter een resultaat hebben opgeleverd in de vorm van een beter broedgelegenheid voor de Alblasserwaardse Steenuilen.

Na de ronde bleek dat het negatieve beeld van vorig jaar ook dit jaar werd voortgezet. 3 kasten waar we al 10 jaar een broedpaartje met eieren aantroffen bleken nu verlaten en 3 kasten waar vorig jaar een broedpaar met succes was gebroed bleven dit voorjaar leeg.

Onze inspanning door het plaatsen van 4 nieuwe kasten heeft tot nu toe geen nieuwe broedpaar opgeleverd en 1 kast bleek tijdens de winter te zijn uitgewaaid. Al met al dus weer een aderlating op ons bestand. Waar gaat dit heen denk je dan en wordt het volgend jaar beter met de bezetting wanneer de territoriums die nu zijn verlaten toch weer worden bezet. Het antwoord ligt in de toekomst van volgend voorjaar dus.

Dan is misschien nu de vraag wat weten we nu wel. Na deze 1ste ronde hebben we 8 broedgevallen kunnen vinden op bekende plaatsen die te samen 28 eieren opleverde. Aangezien niet in alle gevallen de legsels compleet waren, konden er nog enkele eieren bij het totaal worden opgeteld. Omdat niet alle eieren uitkomen en dus jongen opleveren is het nog even wachten wat dit voor dit broedjaar gaat opleveren. Een toch wel opmerkelijke waarneming was dat op een locatie waar 2 nestkasten op 100 meter uit elkaar hangen een broedgeval bevatten. Het is nog niet duidelijk of dit 2 territoriums zijn of dat een mannetje er 2 vrouwtjes onderhoud. De toekomst zal wel een duidelijk beeld opleveren denken we.         

Wachtend op een vogelring, even sanitaire stop

Het broedseizoen van 2023 leverde in 12 Steenuilkasten een broedpaar op waar we in totaal 19 pullen van een ring konden voorzien. Dit waren 10 pullen minder dan in 2022 en dat terwijl we één paar steenuilen meer in de kasten hadden gevonden. Net als vorig jaar waren er 4 toplocaties die na vele jaren geen broedgeval meer gaven. Gelukkig had van één paar op 200 meter een andere nieuw kast gevonden. Hier konden we voor het eerst 4 pullen van een ring voorzien. Bij een locatie waar we vorig jaar via iemand hadden doorgekregen dat er 2 jonge Steenuilen waren uitgevlogen, konden we nu 2 pullen ringen dus er gaan niet alleen locaties af, maar komen er nog steeds nieuwe bij. In 2021 hadden we een kast waar 4 eieren waren gelegd maar bij de 2de controle was de kast geheel schoon en we hadden het vermoeden dat een Marter de dader van deze roof geweest zou kunnen zijn. Ook dit jaar was na het succesvolle jaar 2022 met 4 eieren en 2 geringde pullen, weer mis en was de kast bij de 2de controle weer brandschoon. Dit najaar dus een martervrije kast ophangen is het devies.
Een van de redenen dat er minder jongen konden worden geringd, was dat bij 3 broedparen de eieren  onbevrucht waren en dus geen jongen opleverden. Totaal ging dit om 11 eieren wat 9 meer was dan in 2022. Ook kregen we door dat een jonge uil van een nest in een Appelboom bij het uitvliegen door een Ekster was gegrepen en dit met de dood moest verkopen.  Hopelijk levert 2024 een beter resultaat op en kunnen we de opgaande lijn weer oppakken.